Athenagoras, Smeekschrift voor de Christenen

Uit Theowiki


1 Athenagoras, Smeekschrift voor de Christenen (excerpt).

1.1 Inleiding

Dit is een geschrift ter geloofsverdediging die volgens de Arethas-codex van een filosoof uit Athene stamt en dat tussen 176-180 aan keizer Marcus Aurelius gericht werd. Het heet "Smeekschrift voor de Christenen" (Legatio pro christianis). Het werk was in de oudheid vrijwel vergeten. Wij beperken ons hier tot hoofdstuk 10. (= De vertaling hier is voor 90% die van G.J.M. Bartelink, Twee apologeten uit het vroege Christendom. Justinus en Athenagoras, Kampen, Kok, 1986)

1.2 Hoofstuk 10

10 Wij (=de Christenen) zijn dus niet goddeloos. Dat wij één God belijden, die ongeschapen is, eeuwig, onzichtbaar, niet aan passies onderhevig, niet te bevatten, niet te begrenzen, die alleen door de geest en de rede verstaan wordt, die in onbeschrijflijke schoonheid, geest en macht gehuld is, door wie het heelal geschapen en geordend is en door wiens woord het wordt samengehouden, dat heb ik reeds voldoende aangetoond.
Wij erkennen ook een Zoon van God. En denk nu niet dat het belachelijk is dat God een Zoon heeft. Want niet zoals uw dichters, die in hun mythen goden laten zien die volstrekt niet beter zijn dan de mensen, hebben wij ons gedachten gevormd over God de Vader of over de Zoon. Maar de Zoon van God is het Woord (Logos) van de Vader in ideaalbeeld en werkingsmacht,[1] want voor Hem en door Hem werd alles geschapen. De Vader en de Zoon zijn immers één. Omdat de Zoon in de Vader is en de Vader in de Zoon[2] door de eenheid en de macht van de Geest, is de Zoon van God verstand en woord[3] van de Vader.
Mocht, vanwege uw geweldig inzicht, bij u het verlangen opkomen na te gaan wat Zoon betekent, dan zal ik dit in het kort uiteenzetten.
Hij is de eerste geboorte van de Vader,[4] niet als werd Hij geschapen - want God, de eeuwige geest, had vanaf het begin zelf het Woord (Logos) in zich.[5] Hij is van eeuwigheid geheel van de rede vervuld - maar omdat Hij uit de Vader voortkomt is Hij het ideaalbeeld en vormende kracht van al het stoffelijke, dat als vormeloze natuur en nutteloze aarde voorhanden was, waarbij het zwaardere met het lichtere vermengd was.
Met het Woord (Logos) is ook de profetische geest in overeenstemming: "Want de Heer", zegt hij, "heeft Mij geschapen als beginsel van Zijn wegen voor het tot stand brengen van Zijn werken."[6] Inderdaad van de Heilige Geest zelf, die werkt door hen die profetische uitspraken doen zeggen wij dat Hij uitstroomt uit God, van Hem uitgaat en weer tot Hem terugkeert als een zonnestraal.
Wie zou dan niet verbijsterd zijn als hij hoort dat men die mensen goddeloos noemt die een God de Vader, een God de Zoon en een Heilige Geest vereren en die zowel hun macht in de eenheid als hun onderscheid in rang aantonen? Onze theologie beperkt zich daar niet toe, maar wij nemen ook het bestaan aan van een menigte engelen en dienende geesten, aan wie de schepper en demiurg van de wereld, God, door het van Hem uitgaande Woord taken toegewezen heeft. Hij heeft bepaald dat ze zich zouden inzetten voor de elementen (de hemellichamen), de hemelen, de kosmos en al wat zich daarin bevindt en hun schone ordening.

2 Voetnoten

  1. ἐν ἰδέᾳ καὶ ἐνεργείᾳ
  2. Vgl. Joh. 1,3; 1, 1-2; 10, 30. 38; 17, 21-23.
  3. νους καὶ λόγος
  4. πρωτον γέννημα, vgl. {{sc|Justinus]], ApoI. I 31, 1; 46, 2; 63, 15.
  5. Vgl. Joh. 1, 1.
  6. Spreuken 8, 22.