Athanasius, Redevoeringen tegen de Arianen

Uit Theowiki


1 Athanasius, Redevoeringen tegen de Arianen I,9. (Oratio contra Arianos (356-360))

Wij spreken vrijuit op grond van de heilige Schriften over het rechte geloof en zetten het als een licht op een kandelaar terwijl wij zeggen:[1]

Hij is van nature de echte en waarachtige Zoon van de Vader, behorend tot Zijn wezen, eniggeboren Wijsheid en enig waarachtig Woord van God. Geen schepsel of maaksel is Hij, maar Hij stamt uit het wezen van de Vader zelf. En daarom is Hij waarachtig God, één van wezen (ὁμοουσιος) met de waarachtige Vader. En de andere wezens, tot wie Hij zei: 'Ik heb u gezegd: gij zijt goden' (Ps. 82,6), die hebben deze genade van de Vader, alleen doordat ze deelhebben aan het Woord door de Geest. Want Hij is een afdruk van het wezen van de Vader (Hebr. 1,3), en licht uit licht, en kracht en een waarachtig beeld van het wezen van de Vader. Want ook dit heeft de Heer gezegd: 'Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien' (Joh. 14,19). En Hij was en is altijd, en er is geen tijd dat Hij niet was. Want omdat de Vader eeuwig is, daarom zal ook Zijn Woord en Wijsheid eeuwig zijn.

Tot zover wat wij zeggen. Maar waarmee zullen zij komen aanzetten uit die verfoeilijke Thaleia? Laten ze dat ding eerst maar eens lezen, en het karakter van de schrijver volgen. Dan kunnen ze tenminste, als ze door anderen bespot worden, begrijpen hoe diep ze gevallen zijn; en laten ze dan maar hun verklaringen afleggen. Maar wat kunnen ze op grond van de Thaleia anders zeggen dan:

"God was niet altijd Vader, maar Hij is dat later geworden. De Zoon was niet altijd, want hij was niet voordat hij werd voortgebracht. Hij stamt niet uit de Vader, maar ook hij is, evenals andere schepselen, uit het niets tot het bestaan gekomen. Hij behoort niet tot het wezen van de Vader; want hij is een schepsel en een maaksel. En Christus is geen waarachtige God; maar door participatie werd ook hij, net als andere schepsels, tot God gemaakt (in oneigenlijke zin). De Zoon kent de Vader niet precies, en het Woord ziet de Vader niet volkomen; en het Woord begrijpt en doorgrondt de Vader niet nauwkeurig. Hij is niet het echte en enige Woord van de Vader in eigenlijke zin, maar hij wordt enkel Woord en Wijsheid genoemd; en door genade wordt hij Zoon en Kracht genoemd. Hij is niet onveranderlijk, zoals de Vader; maar hij is veranderlijk van nature, zoals de schepsels: en hij is te beperkt om een volkomen kennis van de Vader te kunnen bevatten."

Ja, dat is een prachtige leer! Het klinkt niet eens aannemelijk! Dit wordt tegen Hem-die-is uitgedacht om Hem tot niets te maken, en stelt overal godslastering in de plaats van vroomheid. Indien men nu iemand zou vragen, wiens geloof hij, na onderzoek van beider standpunt, zou kiezen, of wiens woorden volgens hem in overeenstemming zijn met Gods verhevenheid... Maar neen, laat liever de aanhangers van die goddeloosheid zelf zeggen welk antwoord passend is op de vraag over God (immers het Woord was God). Want zo zal de hele kwestie worden uitgemaakt, wat men moet zeggen: Hij was, of hij was niet; altijd, of voordat hij gemaakt werd; eeuwig, of vanaf een zeker beginpunt; echt, of door adoptie en participatie en voorstelling; dat men hem tot het gewordene moet rekenen dan wel Hem met de Vader op één lijn moet stellen; dat hij in wezen ongelijk is aan de Vader dan wel gelijk en tot het wezen van de Vader behoort; dat hij een schepsel is, of dat de schepsels door Hem zijn geworden; dat Hij het Woord van de Vaders is, of een ander naast dat Woord, en dat hij geworden is door dat eerste Woord en door een andere, primaire Wijsheid; en dat hij dan alleen in naam Wijsheid en Woord heet, en is ontstaan door deel te hebben aan die eerste Wijsheid, zelf een tweede.

2 Voetnoten

  1. Athanasius, Redevoeringen tegen de Arianen, vertaald dr C.J. de Vogel, Utrecht, Spectrum, 1948.