|
De genezing van een melaatse. (1,40-45)
1,40 Er kwam eens een melaatse bij Hem die op zijn knieën viel en Hem smeekte: ‘Als Gij wilt, kunt Gij mij reinigen.’
41 Door medelijden bewogen stak Hij de hand uit en raakte hem aan en sprak tot hem: ‘Ik wil, word rein.’
42 Terstond verdween de melaatsheid en was hij gereinigd.
43 Terwijl Hij hem wegstuurde, vermaande Hij op strenge toon:
44 ‘Zorg ervoor dat ge aan niemand iets zegt, maar ga u laten zien aan de priester en offer voor uw reiniging wat Mozes heeft voorgeschreven, om ze het bewijs te leveren.’
45 Eenmaal vertrokken begon de man zijn verhaal overal in het openbaar te vertellen en ruchtbaarheid aan de zaak te geven, met het gevolg, dat Jezus niet meer openlijk in de stad kon komen, maar buiten op eenzame plaatsen verbleef. Toch kwamen de mensen van alle kanten naar Hem toe.
|
In dit wonderverhaal is bijzonder dat de zieke/genezene zich moet laten zien aan de priesters. Tegelijk is de vraag hoe dit te rijmen valt met het feit dat Jezus dit verborgen wil houden voor het volk. Het verhaal wordt zonder enige verdere tijds- of plaatsaanduiding weergegeven.
1,40
|
“een melaatse”.
|
Datgene wat melaatsheid genoemd wordt in de Schrift is niet synoniem met melaatsheid nu. het is een algemene term die staat voor iedere afstotende huidziekte, zoals psoriasis, favus (hoofdzeer) en alle mogelijke vormen van eczeem. Lev. 13 beschrijft de verschillende vormen en het diagnosticeren ervan door de priesters.
|
|
“Als Gij wilt, kunt Gij mij reinigen.”
|
Het Grieks werkwoord καθαρίσαι kan betekenen “rein verklaren”. Dit zou betekenen dat de melaatse aan een leek-genezer om hem ritueel rein te verklaren en niet aan de priesters in Jeruzalem. Hier is echter duidelijk dat de man om genezing vraagt. De reiniging staat hier duidelijk voor genezing.
|
1,41
|
“Door medelijden bewogen”.
|
We zien hier een glimp van de emoties van Jezus.
|
|
“raakte hem aan”.
|
De genezing gebeurt door aanraken en een machtswoord. Het is een teken van zijn medelijden en macht. Het was overigens zo goed als onvoorstelbaar dat een gezonde een melaatse aanraakte.
|
1,43
|
“op strenge toon”.
|
Het Griekse woord is normaliter een aanduiding voor sterke overkokende de emoties. Er is echter geen aanleiding om te denken dat Jezus boos op hem zou zijn.
|
|
“Terwijl Hij hem wegstuurde”.
|
Kennelijk moeten we dit lezen in verband met het volgende vers en dan moet de man zo snel mogelijk de voorschriften van Lev. 14 ter reiniging uitvoeren.
|
1,44
|
“Zorg ervoor dat ge aan niemand iets zegt”.
|
Vaak wordt dit ingepast in het Messias-geheim van Mc., maar het kan ook betekenen dat het alleen maar een aanduiding is van Jezus’ verlangen dat hij zo snel mogelijk naar de priesters gaat en de voorgeschreven offers brengt (Lev. 14).
|
1,45
|
“Eenmaal vertrokken begon hij (de man) zijn verhaal overal in het openbaar te vertellen”.
|
Hij kan hier slaan op de genezene, maar het zou ook Jezus kunnen zijn. Als dat laatste waar is dan begint hier een nieuwe alinea en verdwijnt ook het aspect van het Messias-geheim.
|
|