Jacobus

Uit Theowiki

Er zijn twee apostelen Jacobus

Jacobus, de meerdere

Jacobus (de meerdere, naar Mc. 15,40) is de zoon van de visser Zebedeüs en Salome (vgl. Mt. 27,56). Hij is de oudere broer van Johannes en werd gelijk met hem geroepen aan de oever van het meer (Mt. 4,21). De twee broers vormden samen met Petrus drie uitverkoren leerlingen (Mc. 5,37; 9,2 par; 14,33 par.). De twee werden "donderzonen" genoemd (Mc. 3,17).
Hij was de eerste apostel die stierf rond Pasen 44 door onthoofding onder Herodes Agrippa I (Hand. 12,2).
Er is een (onhoudbare) legende dat hij in Spanje missioneerde en daar begraven ligt. Hij zou na zijn dood naar Spanje gebracht zijn en daar in de 9e eeuw door bisschop Theodomir van Iria zijn teruggevonden (Santiago de Compostela). Isidorus, De ortu et obitu patrum (PL 83,151).[1]
Volgens de oudste overlevering bleef Jacobus na de dood van de Heer tot zijn eigen dood in Jeruzalem. We weten overigens uit Rom. 15,24 dat er tegen die tijd nog geen Christelijke gemeenten in Spanje waren. De pelgrimstochten naar Santiago waren m.n. van de 10e tot 15e eeuw populair.

Jacobus, de mindere

Jacobus de zoon van Alfeüs (Mk. 3,18 par.; Hand. 1,13) en Maria.[2] Hij wordt de mindere (= jongere) genoemd naar aanleiding van Mk. 15,40: "Er stonden ook vrouwen op een afstand toe te kijken; onder hen bevonden zich Maria Magdalena, Maria de moeder van Jacobus de jongere en van Joses en Salome." Vermoedelijk slaat meerdere en mindere op het feit dat Jacobus de zoon van Zebedeüs eerder geroepen werd dan Jacobus de zoon van Alfeüs. We vinden hem alleen in apostellijsten, verder wordt hij nooit vernoemd. In Mc. 2,14 staat hij foutief (vgl. Mt. 10,3) voor de tollenaar Levi die ook de zoon van een Alfeüs is.

Voetnoten

  1. Vermoedelijk is het een interpolatie, vgl. "Jacobus" in LThK 5, 833.
  2. Naar Mk. 15,40: "Maria de moeder van Jacobus de jongere en van Joses ...". Deze identificatie met de tweede apostel Jacobus door Hiëronymus is problematisch.