De eerste keer dat Barnabas vermeld wordt is in Hand. 4,36: "Zo bezat Jozef, een leviet uit Cyprus, die van de apostelen de bijnaam Barnabas - dit betekent: zoon van vertroosting - had gekregen, een akker die hij verkocht en waarvan hij het geld meebracht om het aan de voeten van de apostelen neer te leggen."
De volgende keer dat hij optreedt is als hij bemiddelt (rond 37) tussen de pasbekeerde Paulus en de apostelen die huiverig zijn deze man die als vervolger bekend stond in hun midden op te nemen. (Hand. 9,27).
Hij wordt door de apostelen naar Antiochië gezonden om daar te kijken hoe het ging met de onverwachte opname van heidenen om de Kerk. (Hand. 11,22) In deze context wordt vermeld: Hij "was een goed man, vol van heilige Geest en geloof." (Hand. 11,24) Vanuit Antiochië ging hij Paulus oppikken in Tarsus (Hand. 11-25v) rond 42. Tijdens deze samenwerking van Paulus en Barnabas ontstond de naam "Christen". (Hand. 11,26)
Hij werkte mee aan de rijke collecte voor Jeruzalem (Hand. 11,27-30) en aan de eerste groter missieries naar Cyprus en Z.-Klein-Azië rond 46/47 (Hand. 13,3).
Hij wordt samen met Paulus apostel genoemd (Hand. 14,4.14) omdat zij beiden Het moge duidelijk zijn dat Barnabas en Paulus niet tot de originele Twaalf (apostelen) behoorden. Hij missioneerde in Antiochië (aan de Orontes) waar hij blijvend verbleef en waarheen hij Paulus vanuit het nabijgelegen Tarsus haalde rond 42.Op het apostelconcilie verdedigde hij met Paulus de stelling dat de heidenen zich niet aan de Joodse wet moeten onderwerpen. (Hand. 15,1-29; Gal. 2,13).
Bij het vertrek van de eropvolgende zendingreis vanuit Antiochië kreeg hij een meningsverschil met Paulus over het meemen van Marcus op deze reis. Deze Marcus, bijgenaamd Johannes, had Paulus op een eerdere reis in de steek gelaten en daarom wilde deze hem niet meenemen. Daarop reisde Barnabas met zijn neef Johannes Marcus (Kol. 4,10) naar Cyprus (Hand. 15,36v.) en wijdde zijn leven aan de missie, ook in Griekenland (1 Kor. 9,6). Verder horen wij niets meer van hem.
Paulus vertrok toen naar Syrië en Cilicië,[1] Evenals Paulus leefde hij later van handenarbeid. (1 Kor. 9,6)
Voetnoten
- ↑ Volgens latere berichten behoorde hij tot de 70 leerlingen die de Heer tijdens zijn leven reeds uitzond (Clemens van Alex.). Volgens Tertullianus (De Pud. 20) schreef hij de Hebreeën-brief. Vgl.. B Kraft, "Barnabas", in: LThK 1, 1255-56.
|