1 Inleiding
Het woord “Blijde Boodschap” of “evangelie” wordt in het N.T. gebruikt
- voor het geheel van de boodschap van Jezus.
- Daarnaast betekent het ook het literaire genre evangelie. De eerste vier boeken van het N.T. Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes worden evangeliën genoemd.
2 De synoptische evangeliën
Van de vier evangeliën lijken Markus, Matteüs en Lukas erg op elkaar.
Zij vertellen grotendeels dezelfde verhalen en wonderen, doch met eigen accenten, in een eigen volgorde enz. . Daarom noemt men deze drie evangeliën de synoptische evangeliën, deze drie evangelisten noemt men de synoptici. Synopsis en synoptisch komt van het Griekse werkwoord 'συνὁραομαι' = samenzien).
De verschillen in deze drie evangeliën zijn te verklaren vanuit die mondelinge voorgeschiedenis en de eigen interesses en voorkeuren van de evangelisten.
Het is zeker dat de schrijvers van de evangeliën hun werk niet geschreven hebben om een biografie van Jezus voor het nageslacht na te laten. De verschillende theorieën over het ontstaan van de synoptische evangeliën zullen verderop nog besproken worden.
3 De twee-bronnen-theorie
Vrijwel alle exegeten nemen aan dat de evangelies van Mt. en Lc. afhankelijk zijn van oudere bronnen: nl.
- Marcus
- Q (= Quelle). Deze hypothetische bron Q bevatte enkel woorden (uitspraken) van de Heer.
Verder bevatten zij ook eigen stukken tekst (Sondergut)
// uit te werken //
Dit hele onderwerp moet uitgewerkt worden.
|