Mc. 13,5-13

Uit Theowiki
Versie door Pastoor (overleg | bijdragen) op 3 feb 2023 om 14:29 (1 versie geïmporteerd)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Begin van het lijden. (13,5-13)

13,5 'Weest op uw hoede', zo begon Jezus zijn uiteenzetting,' dat niemand u in dwaling brengt.
6 Want velen zullen optreden in mijn Naam en zeggen: Ik ben het. En velen zullen zij misleiden.
7 Wanneer gij zult horen van oorlogen en oorlogsgeruchten, laat u dan geen angst aanjagen. Dat alles moet gebeuren, maar het is nog niet het einde.
8 Er zal strijd zijn van volk tegen volk en van koninkrijk tegen koninkrijk; er zullen aardbevingen zijn en hongersnood, nu hier, dan daar: dit is het begin van de weeën.
9 Weest op uw hoede. Men zal u overleveren aan de rechtbanken, in de synagogen zult ge gegeseld worden en voor de stadhouders en koningen zult ge terechtstaan omwille van Mij, om zo ten overstaan van hen getuigenis af te leggen.
10 Eerst moet onder alle volkeren de Blijde Boodschap verkondigd worden.
11 Wanneer men u wegvoert om u over te leveren, maakt u dan niet tevoren bezorgd over wat gij zult zeggen, maar zegt wat u op dat ogenblik zal ingegeven worden. Want niet gij zijt het die spreekt, maar de heilige Geest.
12 De ene broer zal de andere overleveren om hem te laten doden, de vader zijn kind, de kinderen zullen opstaan tegen hun ouders en hen ter dood doen brengen. Gij zult een voorwerp van haat zijn voor allen omwille van mijn Naam.
13 Wie echter ten einde toe volhardt, zal gered worden.

De eerste elementen in Jezus' presentatie van de toekomst gaan over gebeurtenissen op grote schaal (13,5-8) en over het lot van de leerlingen (13,9-13). De kern van de boodschap is een boodschap van volharding tegenover kosmische gebeurtenissen en vervolgingen. De manier waarop de vervolgingen van de leerlingen beschreven worden (m.n. παραδιδοναι, overgeleverd worden) wijst vooruit naar Jezus' eigen lijden in het passieverhaal en plaatst het lijden van de volgelingen in de lijn van het lijden van de meester.

13,5 "Weest op uw hoede dat niemand u in dwaling brengt." De openingszin geeft al meteen aan dat het de bedoeling is om overtrokken eschatologische verwachtingen te temperen en op te roepen tot een waakzame houding w.b. de verwachting van het Rijk Gods.
13,6 "velen zullen optreden in mijn Naam". Hier lijkt het over meer te gaan dan over een verwijzen naar een paar Joden die zich uitgaven voor de Messias (vgl. Hand. 5,36-37), want ze zullen komen "in zijn naam". Er waren al in de oudheid mensen die zichzelf als reïncarnatie van Jezus zagen. Hier blijkt dat er waren die zich uitgaven voor Jezus die teruggekomen is van bij de Vader en die nu oordeel komt vellen (vgl. 14,62; vgl. ook 13,21-23).
13,8 "dit is het begin van de weeën". Geruchten en voorspellingen van oorlog, opstanden, aardbevingen en hongersnoden worden als onderdeel van het goddelijke plan met het komende Rijk gepresenteerd. Deze inleidinge op de komst wordt vergeleken met het begin van een bevalling. Hoe ernstig deze dingen mogen zijn, ze zijn nog niet het eschaton.
13,9 "Men zal u overleveren aan de rechtbanken". De rechtbanken συνεδρια zijn lokale Joodse rechtbanken (2 Kor. 11,34) die Joodse overtreders konden straffen.
"voor de stadhouders en koningen zult ge terechtstaan". Hiermee hoeft nog geen situatie buiten Israël bedoeld te zijn. Pilatus en Herodes Antipas zijn hier goede voorbeelden. Jezus' leerlingen zullen oppositie zowel van Joden als van heidenen ontmoeten.
13,10 "Eerst moet onder alle volkeren de Blijde Boodschap verkondigd worden". Kennelijk heeft Mc. dit hier tussen vers 9 en 11 gevoegd, immers de zin verraadt van Mc.' hand te zijn. Het wordt ook onderlijnd doordat 13,9 en 13,11 logisch op mekaar volgen. Het wordt ook onderlijnd door het feit dat als de aardse Jezus zo expliciet zou zijn geweest in zijn verkondiging over de missie onder de heidenen dat er dan later hierover wel geen discussie zou zijn ontstaan. (vgl. Gal. 2; Hand. 15) De invoeging hier heeft de uitwerking dat de eschatologisch tijdtabel behoorlijk veel langer wordt omdat men nog een grote omweg buiten Israël heeft af te leggen.
13,11 "De ene broer zal de andere overleveren om hem te laten doden". De voorstelling van het eschaton als een tijd van persoonlijke verschillen en strijd vinden we overal in de Joodse apocalyptiek, vgl. 4 Ezra 5,9; 6,24; Jub. 23,19; 2 Apoc. Bar. 70,3)
13,13 "Wie echter ten einde toe volhardt, zal gered worden". Deze slotzin vat Mc' boodschap ven geduldig afwachten samen tijdens de "geboorteweeën van de Messias" en de uiteindelijke beloning.