Samaritanen

Uit Theowiki
Versie door Pastoor (overleg | bijdragen) op 3 feb 2023 om 14:46 (1 versie geïmporteerd)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

De oorsprong van de Samaritanen[1] wordt verhaald in 2 Kon. 17 en in Flavius Josephus, Ant. 9.14.3. Daar wordt het omschreven als een afsplitsing van het Joodse volk ten gevolge van de verovering en deportatie door Assyr in -721, toen Samaria en Galilea ook afgesplitst raakten van het koninkrijk Judea, dat niet veroverd werd..

Deze uitleg lijkt echter een latere Joodse verklaring te zijn, waarin geprotesteerd wordt tegen de concurrerende religieuze gemeenschap die Sichem en de berg Gerizim koos i.p.v. Jeruzalem als de heilige plaats.

De religieuze gemeenschap van de Samaritanen in het N.T. (Lk. 10,33; 17,16; Joh. 4,9.39-40; 8,48) lijkt in tegenstelling tot het bericht uit 2 Kon. 17 religieus erg conservatief en zeker niet syncretistisch gericht op het heidendom. De religieuze groep Samaritanen zag zichzelf als samerin/shomeriem "bewakers" of "behoeders" (van de Thora) en onderscheidden zichzelf van de someronim (de overige inwoners van Samaria). In het O.T. is er geen enkele tekst die rechtstreeks naar hen verwijst. De oudste teksten die naar een eigen heiligdom op de Gerizim verwijzen zijn Sir. 50, 25-26; 2 Mak. 5-6...).

In de tijd van het N.T. zagen de Joden de Samaritanen als vreemdelingen (Lk. 18,18; Mt. 10,5).

De Samaritanen hadden veel punten van overeenkomst met de Joden: geloof in één God, geen beeldenverering, trouw aan de wet van Mozes, het onderhouden van sabbat, besnijdenis, feesten .... . Zij erkennen enkel de boeken van Mozes (Thora). Hun versie wijkt iets af van de Joodse versie.

Het lijkt erop dat het samaritanisme in de tijd na de Babylonische ballingschap (-586-538) ontstaan is uit dezelfde oorsprong als het Jodendom, alleen met een iets andere ontwikkeling. Het is niet mogelijk aan te wijzen wanneer dat de breuk met de Joden compleet was. Blijkbaar is het een gradueel proces geweest. De Samaritanen vormden geen uniforme religie daarom is het zo moeilijk te bestuderen.

Het belangrijkste punt van verschil met de Joden was hun heiligdom op de berg Gerizim. Volgens Flavius Josephus (Ant. 2.71-8.7) dateert de bouw ervan uit de tijd van Alexander de Grote (356-336-323). Dit vindt enige bevestiging in de archeologie. Zij hadden ook een eigen priesterschap dat teruggevoerd wordt op Aäron via Eleazar. Zij aanvaardden enkel de 5 boeken van Mozes in een iets afwijkend overlevering.

De jonge Christenheid vond snel gehoor in Samaria. De verkondiging van de Blijde Boodschap (Hand. 8) aan hen was een eerste en behoorlijke stap voorwaarts op weg naar het universalisme van het Christendom.

Er is in 2016 nog een kleine groep ca 700 personen die behoren tot deze etno-religieuze groep. Zij wonen vrijwel allemaalin Holon (Israël) en Kiryat Luza (op de Gerizim, bij Nablus) op de Westelijke Jordaanoever.

Voetnoten

  1. Cf. Everett FERGUSON, Backgrounds of Early Christianity, Grand Rapids, William B. Eerdmans, 1987, 499.