De derde uitleg over de Christologie en het leerling-zijn. (10,32-45)
Dit deel begint met de derde lijdensvoorspelling (10,32-34), die meer gedetailleerd is dan de vorige (8,31; 9,31) en een gebeurtenis waaruit blijkt dat de leerlingen nog steeds niet de betekenis van Jezus' leer en optreden begrepen hebben.
De derde lijdensvoorspelling. (10,32-34)
10,32 Zij trokken voort, op weg naar Jeruzalem, en Jezus ging voor hen uit; zij waren ontdaan en ook die Hem volgden waren bevreesd. Hij nam opnieuw de twaalf terzijde en begon hun te spreken over wat Hem zou overkomen:
33 'Wij gaan nu naar Jeruzalem waar de Mensenzoon aan de hogepriesters en schriftgeleerden zal worden overgeleverd. Zij zullen Hem ter dood veroordelen en aan de heidenen overleveren;
34 dezen zullen Hem bespotten en bespuwen, zij zullen Hem geselen en doden, maar drie dagen later zal Hij verrijzen.'
|
Deze voorspelling voorzegt de overlevering in handen van de hogepriesters (= Mc. 14,53), zijn veroordeling door de priesters (=14,64), het overleveren aan de Romeinen (=15,1), de bespotting, het bespuwen en de geseling (14,65; 15,15-20), de terechtstelling (15,24.37) en de verrijzenis 916,1-8). Het enige dat weggelaten wordt is een verwijzing naar de kruisdood als de wijze van terechtstelling.
10,32
|
"Jezus ging voor hen uit".
|
Jezus neemt de leiding. De toon is ongeveer hetzelfde als die bij Lc. 9,51 "aanvaardde Hij vastberaden de reis naar Jeruzalem". Jezus gaat heel bewust en direct naar Jeruzalem ook al weet hij maar al te goed wat hem daar te wachten staat. het is een duidelijke teken van zijn gehoorzaam aanvaarden van zijn lot/zending.
|
|