Het gebed van Jezus en zijn arrestatie. (14,32-52)
Twee gebeurtenissen: Gethsemane en zijn arrestatie brengen Jezus dichter bij het kruis. Ze laten zien hou Hij de dood alleen, zonder zijn vrienden moest ondergaan. Het onderlijnt ook zijn unieke band met God en zijn overtuiging dat Gods wil die geopenbaard is in de Schriften nu vervuld zal worden.
Gethsemane. (14,32-42)
14,32 Zij kwamen nu aan een landgoed dat Getsemane heette. Daar zeide Hij tot zijn leerlingen: 'Blijft hier zitten, terwijl Ik bid.'
33 Hij nam Petrus, Jakobus en Johannes met zich mee en begon zich ontsteld en beangst te gevoelen.
34 Hij sprak tot hen: 'Ik ben bedroefd tot stervens toe. Blijft hier en waakt.'
35 Nadat Hij een weinig verder was gegaan, wierp Hij zich ter aarde en bad dat dit uur, als het mogelijk was, aan Hem mocht voorbijgaan.
36 'Abba, Vader', zo bad Hij,' voor U is alles mogelijk; laat deze beker Mij voorbijgaan. Maar toch: niet wat Ik maar wat Gij wilt.'
37 Toen ging Hij terug en vond hen in slaap; en Hij sprak tot Petrus: 'Simon, slaapt ge? Ging het dan uw krachten te boven een uur te waken?
38 Waakt en bidt, dat gij niet op de bekoring ingaat. De geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.'
39 Opnieuw verwijderde Hij zich en bad met dezelfde woorden.
40 En teruggekomen vond Hij hen weer in slaap, want hun oogleden waren zwaar; ze wisten niet, wat ze hem moesten antwoorden.
41 Toen Hij voor de derde maal terugkwam, sprak Hij tot hen: 'Slaapt dan maar door en rust uit. Het is zover, het uur is gekomen; zie de Mensenzoon wordt overgeleverd in de handen van de zondaars.
42 Staat op, laten we gaan; mijn verrader is nabij.'
|
De versie van Mc. presenteert de doodsstrijd van Jezus als de gehoorzame Zoon van God die strijdt om de wil van God te aanvaarden in zijn lijden. Hij schildert de leerlingen als een groepje dat absoluut geen idee had van wat er ging gebeuren. Zij zijn duidelijk een voorbeeld van hoe het niet moet.
14,32
|
"Gethsemane".
|
Het is een kleine tuin ten Oosten van de stadsmuur van Jeruzalem op de Olijfberg. De naam betekent "oliepers".
|
14,33
|
"begon zich ontsteld en beangst te gevoelen".
|
De Griekse werkwoorden duiden op een levende wijze aan dat het hevige emoties waren die Jezus aangrepen. Deze nadruk op de diepe emotionele strijd ontkent niet Jezus' voorkennis. Integendeel iemand die weet wat er gaat gebeuren kan wel degelijk erg bevreesd zijn voor wat gaatkomen.
|
14,34
|
"Ik ben bedroefd tot stervens toe".
|
Jezus gebruikt hier de taal van Ps. 42,116 als hij zich richt tot zijn leerlingen.
|
14,36
|
"Abba, Vader ... laat deze beker Mij voorbijgaan".
|
Dit gebed en het onderricht in 14,38 hebben een aantal punten van overeenkomst met het "Onze Vader" (Mt. 6,9-13; Lc. 11,2-4). De beker is de "beker van het lijden" (10,39), een thema dat ook een Eucharistische dimensie heeft (14,24).
|
|
"niet wat Ik maar wat Gij wilt".
|
De uitdrukking geeft aan dat Jezus ook zelf moest leren om zijn lijden te aanvaarden (vgl. Mt. 6,10).
|
14,38
|
"de bekoring".
|
Net zoals in Mt 6,13 is het lijden de periode bij uitstek van de eschatologische test die de komst van het Rijk Gods voorafgaat (13,9-13). Dit taalgebruik onderlijnt het eschatologisch belang van het lijden van Jezus zelf.
|
14,41
|
"het uur is gekomen; zie de Mensenzoon wordt overgeleverd".
|
Jezus vond zijn leerlingen drie keer in slaap (14,37.40.41). Zelfs Petrus die beweerd had dat hij met Jezus wilde sterven (14,31) slaapt. het uur van Jezus' verraad door Judas is het hoogtepunt van zijn openbaar optreden. De drie lijdensvoorspellingen worden vervuld. (8,31; 9,31; 10,33-34)
|
|