Mc. 15,21-32

Uit Theowiki

De kruisiging. (15,21-32)

15,21 Zij vorderden een voorbijganger die van het veld kwam, Simon van Cyrene, de vader van Alexander en Rufus, tot het dragen van het kruis.
22 Zo brachten ze Hem naar de plaats Golgota, wat vertaald wordt met Schedelplaats.
23 Daar boden ze Hem met mirre gekruide wijn aan, maar Hij weigerde.
24 Nadat ze Hem gekruisigd hadden, verdeelden ze zijn kleren en dobbelden om wat ieder krijgen zou.
25 Het was het derde uur, toen ze Hem kruisigden.
26 Het opschrift met de reden van zijn veroordeling luidde: 'De koning der Joden.'
27 Samen met Hem kruisigden ze ook twee rovers, de een rechts, de ander links van Hem.
28 Zo ging in vervulling dit Schriftwoord: Hij is onder de booswichten gerekend.
29 Voorbijgangers hoonden Hem, terwijl ze het hoofd schudden en zeiden: 'Ha, Gij daar, die de tempel afbreekt en in drie dagen weer opbouwt,
30 kom van dat kruis af en red U zelf.'
31 In diezelfde geest zeiden de hogepriesters en schriftgeleerden spottend onder elkaar: 'Anderen heeft Hij gered, maar zichzelf kan Hij niet redden.
32 Die Messias, die koning van Israël, laat Hem nu van het kruis afkomen; dan zullen we zien en geloven!' Zelfs die samen met Hem gekruisigd waren, voegden Hem beschimpingen toe.

De kruisiging wordt beknopt en eenvoudig verteld zonder stil te staan bij de details van Jezus' lijden. Het verhaal benadrukt dat de dood van Jezus plaatsvond in overeenstemming met het O.T., zonder dat hierbij de haat van Jezus' tegenstanders wordt weggelaten. (14,21).

15,21 "Simon van Cyrene". Simon was een Jood geboren in Cyrene (N. Afrika). Hij was in Jeruzalem of als pelgrim of als vast inwoner. De verwijzing naar zijn zonen Alexander en Rufus (vgl. Rom. 16,31) doet veronderstellen dat zij bekend waren bij de eerste Christenen. Simon moest Jezus helpen om de dwarsbalk van het kruis te dragen.
"die van het veld kwam". Dit kan zowel betekenen dat hij daar gewerkt had als dat hij daar gewoon een wandeling gemaakt had. Mij lijkt het feit dat zij hem dwongen erop te wijzen dat hij werkkleren droeg en men hem kennelijk voor een sterk iemand hield en dat hij kennelijk gewerkt heeft op het veld.
15,22 "Golgota". De Griekse plaatsnaam is een transcriptie van het Aramese "gulguta", schedel. Deze naam verwijst of naar de functie van de plaats of naar de vorm van die plaats. De traditionele naam Calvarië komt van het Latijnse woord voor schedel: calvaria.
15,23 "met mirre gekruide wijn". Op basis van Spr. 31,6-7 wordt dit meestal gezien als een narcoticum om de pijn van een stervende te milderen.
15,24 "Nadat ze Hem gekruisigd hadden". De kruisiging wordt in de kortst en krachtigst mogelijke bewoordingen beschreven. De kleding van een gekruisigde werd eigendom van de soldaten die het vonnis uitvoerden. Bij Mc. wordt het gezien de aanwezigheid op de achtergrond van Ps. 22 gezien als de vervulling van Ps. 22,19.
15,25 "Het was het derde uur, toen ze Hem kruisigden". Dit is 9.00 's morgens. De chronologie van Mc. is hier in tegenspraak met Joh. 19,14 waar Jezus op het zesde uur, dat is op het middaguur gekruisigd werd.
15,26 "De koning der Joden." De officiële aanklacht werd voor Pilatus aangedragen (vgl. 15,2; 9,13). Het was een andere dan de aanklachten voor de hogepriester (14,58.61). Jezus is kennelijk ter dood gebracht door de Romeinen of beschuldiging van het feit dat hij zichzelf koning noemde. Net zoals in 15,16-20 wil de ironie dat voor Mc. Jezus wel degelijk de koning van de Joden is.
15,27 "twee rovers". Deze twee waren waarschijnlijk revolutionairen zoals Barabbas, de voor de Romeinen hoorde Jezus ook bij deze groep.
15,29 "Voorbijgangers". De eerste groep herhaalt de aanklacht uit 14,58 waar hij gedreigd zou hebben om de tempel te verwoesten.
15,31 "de hogepriesters en schriftgeleerden". De tweede groep herhaalt de klacht uit 14,61 nl. dat Jezus zei dat Hij de Messias was.
15,32 "die samen met Hem gekruisigd waren". Ook de derde groep beschimpt Jezus. In Lc. 23,39-43 wordt vermeld dat een van beiden medelijden met Jezus kreeg en de belofte ontving om met Hem in het paradijs te zullen komen.