Hand. 14,21-28: verschil tussen versies

Uit Theowiki
th>Pastacht
k (Tekst vervangen - 'width=100% style="background:#FFFF90" cellpadding=8 cellspacing=4 border=1 align=center' door ' {{Stijl citaat}}')
 
k (1 versie geïmporteerd)
 
(geen verschil)

Huidige versie van 3 feb 2023 om 14:30


Terugkeer naar Antiochië. Verslag van de missie. (Hand. 14,21-28)

14,21 Nadat zij in die stad het Evangelie hadden verkondigd en vele leerlingen hadden gewonnen, keerden zij naar Lystra, Ikonium en Antiochië terug.
22 Daar bevestigden zij de leerlingen in hun goede gesteldheid, spoorden hen aan in het geloof te volharden en zeiden dat wij door vele kwellingen het Rijk Gods moeten binnengaan.
23 In elke gemeente stelden zij na gebed en vasten oudsten voor hen aan en vertrouwden hen toe aan de Heer, in wie zij nu geloofden.
24 Zij reisden door Pisidië naar Pamfylië,
25 predikten het woord in Perge en bereikten Attalia.
26 Daar gingen ze scheep naar Antiochië, vanwaar zij, aan Gods genade aanbevolen, waren uitgegaan naar het werk dat zij volbracht hadden.
27 Na hun aankomst riepen zij de gemeente bijeen en vertelden alles wat God met hun medewerking tot stand had gebracht en hoe Hij voor de heidenen de poort van het geloof had geopend.
28 Geruime tijd brachten ze daar bij de leerlingen door.
(Hand. 14,21-28)

14,21 Het enige wat ons bericht wordt over de missie in Derbe (ca. 100 km ten O. van Lystra) is bemoedigend. Blijkbaar hebben zij er geen noemenswaardige tegenstand gehad en zijn er geen bijzondere dingen voorgevallen. In 2 Tim. 3,11 spreekt Paulus over de vervolgingen die hem overkwamen in Antiochië, Lystra en Ikonium, hij vermeldt dat niet over Derbe. Vermoedelijk zal "Gajus uit Derbe" (20,4) wel bij deze eerste leerlingen daar gehoord hebben.

Men zou verwachten dat zij nu over land via Tarsus terug naar Antiochië in Syrië zouden gaan. Maar zij keren langs dezelfde route terug.

14,22 Hier wordt de reden vermeld, waarom zij op hun stappen terugkeerden.
"Daar bevestigden zij de leerlingen in hun goede gesteldheid" lett. de zielen van de leerlingen. "
"spoorden hen aan in het geloof te volharden en zeiden dat zij door vele kwellingen het Rijk Gods moeten binnengaan" Zowel de apostelen als de leerlingen zullen enkel door lijden en vervolgingen het Rijk Gods binnengaan. Ook Jezus kon enkel door het lijden in Zijn glorie binnengaan (Lk. 24,26). Zo moeten ook de Christenen lijden met de Heer, als zij willen delen in Zijn verheerlijking (Rom. 8,17).
14,23 Bij hun tweede bezoek gaven zij een duidelijke structuur aan de gemeente voor tijdens hun afwezigheid. Door hun overhaast vertrek, was dat blijkbaar bij het eerste bezoek niet mogelijk geweest.
"Stelden zij... oudsten voor hen aan" (lett. χειροτονήσαντες: aanstellen door handoplegging). Het werkwoord χειροτονεω betekent letterlijk de hand uitstrekken. De handoplegging blijkt ook uit 6,6; 13,3; 1 Tim. 4,14; 5,22; 2 Tim. 1,6. Alleen al het feit dat zij de apostelen moeten vervangen zegt iets over hun taak. Hier begint de hiërarchie van de Kerk al duidelijk vorm te krijgen. In deze eerste tijden is het onderscheid tussen bisschoppen en priesters nog niet duidelijk. Het initiatief gaat uit van Barnabas en Paulus, niet van de gemeente. Merk op rol van gebed en vasten.
14,24 Van Antiochië trekken zij naar Perge en zo door naar Attalia.
14,25 Zij predikten in Perge, iets wat zij op de heenreis niet gedaan hadden.

De havenstad Attalia (heden Antalia of Adalia) werd gebouwd door Attalus II, koning van Pergamon (159-138). Het was de havenstad die Perge verving, dat op 12 km van de zee lag.

14,26 Terugkeer naar hun uitgangspunt Antiochië. Vermoedelijk had deze reis plaats tussen 45-48.

Het werk: bekering van Sergius Paulus in Pafos, gemeenten in Antiochië, Ikonium, Lystra en Derbe.

14,27 Verslag van hun werk. Merk op het is Gods werk, waaraan zij meewerken.
"poort van het geloof" (vgl. 1 Kor. 16,9; 2 Kor. 2,12) hiermee is bedoeld de poort die toegang geeft tot het geloof. Waarschijnlijk zal Lukas zich hier onder de toehoorders bevonden hebben.
14,28 "Geruime tijd" Na het eind van deze reis was er een interval voor de gebeurtenissen in Jeruzalem. Men dateert deze eerste missiereis 46-49.