Opbouw van de Handelingen

1 Inleiding op het tijdperk van de Kerk. (Hand. 1,1-26) 1.1 De opdracht aan de getuigen van de verrijzenis en de hemelvaart van Jezus. (Hand. 1,1-14) 1.1.1 Proloog. (Hand. 1,1-8) 1.1.2 De Hemelvaart van de Heer (Hand. 1,9-14) Excursus: De namen van de twaalf apostelen. Excursus: De broeders en zusters van Jezus”. 1.2 Het herstel van de Twaalf (Matthias) (Hand. 1,15-26) 2 De missie in Jeruzalem (Hand. 2,1-5,42) 2.1 De oproep tot Israël (Hand. 2,1-3,26) 2.1.1 Het Pinkstergebeuren (Hand. 2,1-13) Excursus: Spreken in tongen. 2.1.2 De redevoering van Petrus op Pinksteren. (Hand. 2,14-36) 2.1.3 Het gevolg van Petrus' prediking. (Hand. 2,37-41) 2.1.4 Het leven van de gelovigen (eerste verzamelbericht). (Hand. 2,42-47) 2.1.5 De genezing van een lamme. (Hand. 3,1-11) 2.1.6 De toespraak van Petrus. (Hand. 3,12-26) 2.1.6.1 Gods kracht zichtbaar in de verrezen Jezus. (Hand. 3,12-16) 2.1.6.2 De Joden handelden uit onwetendheid. (Hand. 3,17-18) 2.1.6.3 Aansporing tot boete en bekering. (Hand. 3,19-26) Excursus: Profeten in het O.T. en N.T. 2.2 Het leven en de beproevingen van de apostolische Kerk. (Hand. 4,1-5,42) 2.2.1 Petrus en Johannes voor het Sanhedrin. (Hand. 4,1-22) Excursus: De Farizeeën en de Sadduceeën. Excursus: Het sanhedrin of de hoge raad. 2.2.2 Het dankgebed van de Kerk. (Hand. 4,23-31) 2.2.3 Het gemeenschappelijk leven (tweede verzamelbericht). (Hand. 4,32-35) 2.2.4 Diverse voorbeelden. (Hand. 4,36-5,11) Excursus: Barnabas. 2.2.4.1 Ananias en Saffira. (Hand. 5,1-11) 2.2.5 De opbloei van de gemeente, (derde verzamelbericht). (Hand. 5,12-16) 2.2.5.1 De verzamelberichten. 2.2.6 De tweede vervolging door het Sanhedrin. (Hand. 5,17-42) 3 De zending van de Kerk vertrekkend vanuit Jeruzalem. (Hand. 6,1-15,35) 3.1 De Hellenisten en hun boodschap. (Hand. 6,1-8,40) 3.1.1 De keuze van diakens. (Hand. 6,1-7) Excursus: Proselieten (bekeerlingen) 3.1.2 Het getuigenis van Stefanus. (Hand. 6,8-8,3) 3.1.2.1 Zending en veroordeling. (Hand. 6,8-7,1) 3.1.2.2 De toespraak van Stefanus. (Hand. 7,2-53) 3.1.2.3 De marteldood van Stefanus. (Hand. 7,54-8,3) 3.1.3 Filippus en de verspreiding van het Woord. (Hand. 8,4-40) 3.1.3.1 De triomf van het evangelie in Samaria. (Hand. 8,4-25) 3.1.3.2 Filippus en de bekering van een Ethiopiër. (Hand. 8,26-40) 3.2 De vervolger wordt de vervolgde. (Hand. 9,1-31) 3.2.1 Saulus’ bekering. (Hand. 9,1-19) 3.2.2 De prediking van Paulus in Damascus en zijn ontsnapping. (Hand. 9,20-25) 3.2.3 Paulus’ confrontaties in Jeruzalem. (Hand. 9,26-31) 3.3 Petrus als missionaris. (Hand. 9,32-11,18) 3.3.1 Wonderen in Lydda en Joppe. (Hand. 9,32-43) 3.3.1.1 De genezing van de lamme Eneas te Lydda. (Hand. 9,32-35) 3.3.1.2 De opwekking van Tabita in Joppe. (Hand. 9,36-43) 3.3.2 De bekering van de heiden Cornelius en zijn gezin. (Hand. 10,1-11,18) 3.3.2.1 Het visioen van Cornelius. (Hand. 10,1-8) 3.3.2.2 Het visioen van Petrus. (Hand. 10,9-16) 3.3.2.3 Cornelius' boden komen bij Petrus. (Hand. 10,17-23a) 3.3.2.4 De gebeurtenissen in het huis van Cornelius. (Hand. 10,23b-48) 3.3.2.4.1 Petrus' aankomst te Caesarea. (Hand. 10,23b-33) 3.3.2.4.2 De toespraak van Petrus. (Hand. 10,34-43) 3.3.2.4.3 Cornelius en huisgenoten ontvangen de H. Geest en worden gedoopt. (Hand. 10,44-48) 3.3.2.5 Petrus rechtvaardigt zich te Jeruzalem. (Hand. 11,1-18) 3.4 Tussen Jeruzalem en Antiochië. (Hand. 11,19-12,25) 3.4.1 De eerste kerk van de heidenmissie: Antiochië. (Hand. 11,19-30) 3.4.2 De vervolging door Herodes en de ontsnapping van Petrus. Nieuwe vervolging in Jeruzalem. (Hand. 12,1-25) 3.5 De eerste reis van Paulus door Kl.-Azië. (Hand. 13,1-14,28) 3.5.1 Voorbereiding op de reis. (Hand. 13,1-3) 3.5.2 Prediking op Cyprus. (Hand. 13,4-12) 3.5.3 Missie en verwerping in Antiochië in Pisidië. (Hand. 13,13-52) 3.5.3.1 Mise-en-scène en preek. (Hand. 13,13-15) 3.5.3.2 Overzicht van de geschiedenis van Israël. (Hand. 13,16-43) 3.5.3.3 De tegengewerkte missionarissen richten zich tot de heidenen. (Hand. 13,44-52) 3.5.4 Gemengde ontvangst in Centraal Klein-Azië. (Hand. 14,1-20) 3.5.4.1 Te Ikonium. (Hand. 14,1-7) 3.5.4.2 Te Lystra en Derbe. (Hand. 14,8-20) 3.5.5 Terugkeer naar Antiochië. Verslag van de missie. (Hand. 14,21-28) Excursus. De oudsten. 3.6 De kerkvergadering van Jeruzalem en haar besluiten. (Hand. 15,1-35) 3.6.1 Voorgeschiedenis: onenigheid over de besnijdenis. (Hand. 15,1-5) 3.6.2 Petrus beroept zich op de voorafgaande geschiedenis. (Hand. 15,6-12) 3.6.3 Jacobus’ bevestiging en “verbeteringen”. (Hand. 15,13-21) 3.6.4 Besluit en rondzendbrief. (Hand. 15,22-29) 3.6.5 Na de bijeenkomst: de terugkeer van Paulus naar Antiochië. (Hand. 15,30-35) 4 De weg van Paulus naar Rome. (Hand. 15,36-28,31) 4.1 De belangrijkste missies van Paulus. (Hand. 15,36-20,38) 4.1.1 Het hernemen van de missie. (Hand. 15,36-41) 4.1.2 Op weg naar Europa. (Hand. 16,1-10) 4.1.2.1 De besnijdenis van Timoteüs. (Hand. 16,1-5) Excursus: Timoteüs. 4.1.2.2 Paulus’ visioen: naar Macedonië. (Hand. 16,6-10) 4.1.3 De missie in Griekenland. (Hand. 16,11-18,17) 4.1.3.1 De evangelisering van Filippi. (Hand. 16,11-40) 4.1.3.2 Paulus in Tessalonica en Berea. (Hand. 17,1-15) 4.1.3.3 Paulus in Athene. (Hand. 17,16-34) 4.1.3.4 Paulus te Korinte. (Hand. 18,1-17) 4.1.4 Terugkeer naar Antiochië en hernemen van de reizen. (Hand. 18,18-23) 4.1.5 De missie in Efese. (Hand. 18,24-19,40) 4.1.5.1 Apollos te Efeze en Korinte. (Hand. 18,24-28) 4.1.5.2 Paulus en de leerlingen van Johannes. (Hand. 19,1-7) 4.1.5.3 Paulus' woorden en wonderen in Efese. (Hand. 19,8-20) 4.1.5.4 De oproer van de zilversmid en het vertrek van Paulus. (Hand. 19,21-40) 4.1.6 De laatste reizen tussen Asia en Griekenland. (Hand. 20,1-16) 4.1.6.1 Naar Griekenland en terug naar Troas. (Hand. 20,1-6) 4.1.6.2 De opwekking van Eutyches te Troas. (Hand. 20,7-12) 4.1.6.3 Van Troas naar Milete. (Hand. 20,13-16) 4.1.7 Afscheidsrede van Paulus te Milete (Hand. 20,17-38) 4.2 Paulus als gevangene en beschuldigde in Palestina. (Hand. 21,1-26,32) 4.2.1 De terugkeer naar Caesarea. (Hand. 21,1-14) 4.2.2 Paulus’ opsluiting en getuigenis in Jeruzalem. (Hand. 21,15-23,11) 4.2.2.1 De ontvangst van Paulus door de Kerk te Jeruzalem. (Hand. 21,15-26) 4.2.2.2 De oproer en gevangenneming van Paulus. (Hand. 21,27-36) 4.2.2.3 Paulus’ verdediging en beroep op de Romeinse wet. (Hand. 21,37-22,29) 4.2.2.3.1 Paulus' vraag om zichzelf te verdedigen. (Hand. 21,37-40) 4.2.2.3.2 Paulus' toespraak tot het volk. (Hand. 22,1-29) 4.2.2.4 Paulus voor het sanhedrin. (Hand. 22,30-23,11) 4.2.3 Paulus voor de gouverneur en koning in Caesarea. (Hand. 23,12-26,22) 4.2.3.1 De overbrenging naar Caesarea. (Hand. 23,12-35) 4.2.3.2 Het verhoor door de gouverneur. (Hand. 24,1-23) 4.2.3.3 Paulus’ opsluiting in Caesarea. (Hand. 24,24-27) 4.2.3.4 Paulus’ beroep op de keizer. (Hand. 25,1-12) 4.2.3.5 Festus legt de zaak voor aan Herodes Agrippa II. (Hand. 25,13-22) 4.2.3.6 Paulus voor Agrippa en zijn verdediging. (Hand. 25,23-26,32) 4.2.3.6.1 Paulus voor Agrippa (Hand. 25,23-27) 4.2.3.6.2 De verdedigingsrede van Paulus. (Hand. 26,1-32) 4.3 Paulus' laatste reis en werkzaamheden in Rome. (Hand. 27,1-28,31) 4.3.1 De reis naar Rome. (Hand. 27,1-28,16) 4.3.1.1 De zeereis, schipbreuk en aankomst. (Hand. 27,1-44) 4.3.1.2 Paulus op Malta. (Hand. 28,1-10) 4.3.1.3 Paulus’ aankomst in Rome. (Hand. 28,11-16) 4.3.2 Paulus in Rome. (Hand. 28,17-31) 4.3.2.1 Paulus ontbiedt de Joden van Rome. (Hand. 28,17-22) 4.3.2.2 Paulus predikt het Evangelie aan de Joden. (Hand. 28,23-28) 4.3.2.3 Paulus' tweejarige prediking in Rome. (Hand. 28,29-31)