|
Na de bijeenkomst: de terugkeer van Paulus naar Antiochië. (Hand. 15,30-35)
|
15,30 Na afscheid genomen te hebben reisden zij naar Antiochië. Daar riepen zij de gemeente bijeen en overhandigden de brief.
31 Zij lazen hem en waren blij over de troostvolle inhoud.
32 Judas en Silas, die zelf ook profeten waren, sterkten de broeders met vele bemoedigende woorden.
33 Na enige tijd daar te hebben doorgebracht namen zij in vrede afscheid van de broeders en keerden terug naar die hen gezonden hadden.
34 Paulus en Barnabas bleven in Antiochië
35 en met nog vele anderen gaven zij daar onderricht en verkondigden het woord des Heren.
(Hand. 15,30-35)
|
| 15,30-31
|
|
De brief bezorgde de mensen van Antiochië een grote blijdschap. De onrust van de heiden-Christenen werd daardoor weggenomen.
|
| 15,32
|
|
Judas en Silas vervulden de opdracht om de broeders te bemoedigen. Het moet voor de heiden-Christenen van Antiochië inderdaad een bemoediging geweest zijn om zo liefdevol door de gezanten vanuit de Joodse moederkerk behandeld te worden.
|
| 15,33
|
|
Zij bleven daar een tijdje voor hun terugkeer.
|
| 15,34-35
|
"met nog vele anderen"
|
Paulus en Barnabas gaven onderricht "met nog vele anderen".
In deze tijd moet men het meningsverschil tussen Petrus en Paulus plaatsen. Immers dat had plaats enige tijd na het concilie in Jeruzalem (Gal. 2,1-16) en in een tijd dat Paulus en Barnabas samen in Antiochië verbleven (Gal. 2,13). Lukas vermeldt dat hier niet.
|
|
