Hand. 20,1-6

Uit Theowiki

De laatste reizen tussen Asia en Griekenland. (Hand. 20,1-16)

Naar Griekenland en terug naar Troas. (Hand. 20,1-6)

20,1 Toen de opschudding voorbij was, ontbood Paulus de leerlingen en sprak een opwekkend woord. Daarna nam hij afscheid en ging op reis naar Macedonië.
2 Hij trok die streek door, hield er vele bemoedigende toespraken tot de gelovigen en kwam zo in Griekenland.
3 Toen hij na een verblijf van drie maanden op het punt stond vandaar scheep te gaan naar Syrië, werd er door de Joden een aanslag op hem beraamd en daarom besloot hij over Macedonië terug te keren.
4 Tot Asia vergezelden hem Pyrrus' zoon Sopater uit Berea, Aristarchus en Secundus uit Tessalonica, Gajus uit Derbe, Timoteüs en bovendien Tychicus en Trofimus uit Asia.
5 Dezen reisden vooruit en bleven in Troas op ons wachten.
6 Zelf zeilden wij na de dagen van de ongedesemde broden weg uit Filippi en binnen vijf dagen voegden wij ons bij hen in Troas, waar we zeven dagen bleven.
(Hand. 20,1-6)

20,1 Vanuit Efeze schreef Paulus aan de Korintiërs (1 Kor. 16,5v) dat hij over Macedonië naar Korinte zou reizen.
20,1-3

Het beknopte verslag van zijn reis hier wordt aangevuld door de gegevens die wij kennen uit de brieven van Paulus. Daaruit blijk dat m.n. de zorg voor de Kerk in Korinte hem dreef om naar Macedonië te gaan. Vanuit Efeze stuurde hij daarheen 1 Kor. en ook zijn medewerkers Titus en Timoteüs.
Volgens 2 Kor. 2,12v. reisde Paulus eerst over land naar Troas waar hij Titus reeds hoopte aan te treffen. Toen hij er nog niet was stak hij de zee over. 2 Kor. 7,5 vermeldt dat hij langs alle kanten in het nauw gedreven werd: "... hadden wij rust noch duur; narigheid overal, ruzies om ons heen, angsten in ons hart".

20,2 Vermoedelijk zal hij Filippi, Berea en Thessalonika bezocht hebben.

Hij ging hier waarschijnlijk ook verder tot in Illyrië, want in Rom. 15,19 vermeldt hij dat hij tot daar het evangelie verkondigd heeft.

"en kwam zo in Griekenland" hiermee is ongetwijfeld Achaia bedoeld, en Korinte. Want uit 1 en 2 Kor. weten wij dat deze stad het voornaamste doel was van zijn reis.
20,3 Het grootste deel van die drie maanden zal hij in Korinte hebben doorgebracht. Vandaar (Kenchreeën) wilde hij weer naar Syrië gaan.

Of het plan bestond om hem op zee te overvallen, Paulus had immers de collectegelden voor Jeruzalem bij zich, is mogelijk. Hoe hij lucht van de zaak kreeg weten wij niet.

20,4 Zeven mannen vergezellen Paulus op zijn tocht. Vermoedelijk zijn zij getuigen van de verschillende Kerken om het collectegeld ter juiste bestemming te brengen.
20,5 In Troas wachtten dezen op Paulus. Blijkbaar waren zij uiteengegaan in Filippi.
20,6 Blijkbaar wilde Paulus daar met de kerk het paasfeest vieren.

Vanaf hier tot 21,18 spreekt Lukas weer in de wij-vorm. Omdat het "wij" ophield in 16,17 bij het eerste bezoek aan Filippi mogen wij aannemen dat Lukas intussen in die stad gebleven is. Van hieruit (Neapolis) voeren zij weg. Deze terugreis duurde wat langer dan de heenreis. Nl. vijf i.p.v. twee dagen. Wij kunnen enkel gissen waarom hij er maar zeven dagen bleef. Maar uit het vervolg wordt duidelijk dat Paulus plots haast kreeg om snel naar Jeruzalem te gaan.