|
Paulus’ aankomst in Rome. (Hand. 28,11-16)
28,11 Na drie maanden voeren wij weer weg op een schip uit Alexandrië, dat op het eiland overwinterd had. Het droeg de Dioskuren als schegbeeld.
12 Wij legden aan in Syracuse en bleven daar drie dagen.
13 Vandaar voeren we langs de kust en kwamen in Regium. Doordat er 's anderendaags een zuidenwind opstak, waren we de volgende dag al in Puteoli.
14 Daar troffen wij broeders aan en werden uitgenodigd zeven dagen bij hen te blijven. Tenslotte gingen we dan op Rome aan.
15 Ook vandaar kwamen de broeders, die al van ons gehoord hadden, ons tegemoet tot aan Forum Appii en Tres Tabernae. Toen Paulus hen zag, dankte hij God en schepte nieuwe moed.
16 Na onze aankomst in Rome kreeg Paulus verlof op zichzelf te wonen met de soldaat die hem bewaakte.
(Hand. 28,11-16)
|
28,11
|
|
Als kenteken droeg het schip een gebeeldhouwd scheg- of boegbeeld van de Dioskuren, links en rechts van de boeg. De Dioskuren zijn de twee zonen van Zeus: Kastor en Pollux, de beschermers van de zeevaarders. De Dioskuren is de Romeinse naam voor het sterrebeeld Tweeling.
|
28,12
|
"Syracuse"
|
op Sicilië was de eerste haven. De drie dagen waren waarschijnlijk nodig om te laden en te lossen.
|
28,13
|
"en kwamen in Regium"
|
Ze voeren vanuit Syracuse langs de kust van Sicilië tot in de straat van Messina, waar ze in Regium (Reggio), tegenover Messina aanlegden. Het was een gebruik om daar te wachten op een gunstige zuidenwind om de moeilijke straat (tussen Scylla en Charybdis) goed door te komen.
Binnen een dag waren ze al in Puteoli (Puzzuoli), 300 km verder, de laatste haven vóór Ostia, de havenstad van Rome.
|
28,14
|
"Daar troffen wij broeders aan"
|
Ze vinden daar Christenen. Puteoli was een behoorlijke stad en daarom zullen daar ook verkondigers al geweest zijn net zoals in de grote steden in het oostelijke deel van de Middellandse Zee. Ook in het nabijgelegen Pompeji dat in 79 bedolven zou worden door een uitbarsting van de Vesuvius waren Christenen zoals blijkt uit ontdekte opschriften.
|
28,15
|
|
De tocht naar Rome bedroeg 200 km over land en de reis over de Via Appii bedroeg 5 dagen. De Christenen van Rome hadden intussen vernomen dat Paulus, Lucas en Aristarchus in Puteoli waren aangekomen. Zoals uit Rom. 16,1-15 blijkt had Paulus in Rome veel vrienden. Waarschijnlijk heeft hij door zijn brief aan de Romeinen ook het hart van velen van hen gestolen. Een brief waarin hij van zijn waardering en liefde voor hen getuigt. (Rom. 1,8-15).
|
|
"tot aan Forum Appii en Tres Tabernae"
|
De broeders kwamen in twee groepen. Een groep kwam hen tegemoet bij Tres-Tabernae (Drie Herbergen) (ca 48 km van Rome), een andere bij Forum Appii (65 km van Rome). Forum Appii was een handelspunt langs de weg, net ten noorden van de ongezonde en onhergbergzame Pontijnse moerassen.
|
|
"dankte hij God en schepte nieuwe moed"
|
Paulus was blijkbaar niet gerust geweest op de ontvangst.
|
28,16
|
|
De honderdman Julius leverde Paulus niet bij de keizer persoonlijk af maar bij de stratopedarch (praefectus praetorio of prefect van de Garde). Van 51-62 was dit de bekende Afrianus Burrus. Hij verbleef in de kazerne van de praetorianen die in het N.O. van Rome bij de "Porta Viminalis" gesitueerd was. Paulus werd veroordeeld tot de "custodia militaris". D.w.z. de gevangene was vastgeketend aan een soldaat. Daar deze per dag verschillende keren werd afgelost moet het huis wel in de buurt van het kamp van de praetorianen gesitueerd worden. Uit Fil. 1,12 weten we dat Paulus het Christendom ook verkondigde aan de praetorianen die hem bewaakten.
Paulus mocht vrienden ontvangen. In hetzelfde huis woonden waarschijnlijk Lukas en Aristarchus (Kol. 4,10) en kwamen vrienden en bekenden hem opzoeken. Bv. Marcus (Kol. 4,10); Timoteüs (Kol. 1,1), Epaphras (Kol. 1,17), Epaphroditus (Fil. 2,25), Jesus Justus (Kol. 4,10). Omdat Paulus na de schipbreuk berooid was hebben ongetwijfeld de Romeinse Christenen de kosten van zijn verblijf gedragen. Ook vrienden uit het Oosten zoals Epaphroditus, de bode van Kolosse, wordt dit uitdrukkelijk gezegd.
|
|