Hand. 9,26-31

Uit Theowiki

Paulus’ confrontaties in Jeruzalem. (Hand. 9,26-31)

Volgens Gal. 1,18 ging Paulus dus pas drie jaar later naar Jeruzalem. "Pas drie jaar later ging ik naar Jeruzalem om met Kefas kennis te maken en ik ben maar veertien dagen bij hem gebleven." Het doel van deze gang naar Jeruzalem was blijkbaar om zijn band met Petrus aan te halen. Het doel wordt overigens in de Hand. niet vermeld. De Christenen van Jeruzalem die zich Paulus als vervolger herinnerden. Hij had bv. de hand gehad in de dood van Stefanus waren eerst niet bijster enthousiast. Ze vertrouwden hem niet.

9,26 In Jeruzalem aangekomen deed hij pogingen zich bij de leerlingen aan te sluiten, maar allen waren bang van hem, omdat zij niet konden geloven, dat hij een leerling was.
27 Barnabas trok zich zijn lot aan, bracht hem bij de apostelen en verhaalde hun, hoe hij onderweg de Heer gezien had en dat Deze tot hem had gesproken en hoe hij in Damascus vrijmoedig opgetreden was in de naam van Jezus.
28 Voortaan ging hij in Jeruzalem geregeld met hen om, terwijl hij onverschrokken optrad in de naam van de Heer.
29 Hij sprak en disputeerde met de Hellenisten. Deze probeerden hem te vermoorden.
30 Toen de broeders dit te weten kwamen, brachten zij hem weg naar Caesarea en lieten hem naar Tarsus vertrekken.
31 Nu genoot de Kerk in heel Judea, Galilea en Samaria vrede; zij werd steeds meer bevestigd in de vreze des Heren en nam gestadig in aantal toe door de vertroosting van de heilige Geest.
(Hand. 9,26-31)

9,27 "Barnabas" de "zoon van de vertroosting" uit Hand. 4,36v. komt Paulus ter hulp. Het kan zijn dat Paulus in Jeruzalem verbleef bij zijn zus die daar getrouwd was en daar woonde (23,16).

"De apostelen". Het lijkt erop alsof dit de hele groep is. Gal. 1,19 wijst erop dat Paulus enkel met Petrus en met Jakobus,de broeder van de Heer sprak. Blijkbaar zijn deze twee samen voldoende in het oog van Lukas om het apostelcollege te vertegenwoordigen.

9,28 "Voortaan ging hij in Jeruzalem geregeld met hen om" Na Barnabas' tussenkomst wordt hij welwillend opgenomen. Lett. "En hij was bij hen in- en uitgaande in Jeruzalem". Dit is een Hebreeuwse zegswijze die duit op een vertrouwelijke en innige omgang (1,21; Joh. 10,9; Deut. 31,2; 1 Kon. 18, 13.16) Hij trad vrijmoedig op.
9,29 Dat Paulus m.n. met de "Hellenisten" (6,1) discussieerde is normaal. Hij was een Jood uit het buitenland en zal zich waarschijnlijk beter in het Grieks dan in het Hebreeuws/Aramees hebben uitgedrukt. Weer wordt een moordaanslag op hem beraamd.
9,30 "Caesarea" hiermee is niet "Cesarea van Filippi" bedoeld maar Cesarea Maritima aan de zee. Dat zij hem wegbrachten is om hem te beschermen tegen een overval onderweg. Omdat hij vanuit Cesarea alleen verder ging kunnen we veronderstellen dat hij daar een schip nam.
"Tarsus" was Paulus' geboortestad, hoofdstad van Cilicië en gelegen aan de oever van de Kydnus in een vruchtbare vlakte op 20 km van de zee en ca 50 km van de berg Tarsus. Tarsus had een gunstige ligging lang een belangrijke handelswegen.
9,31 Zoals vaker besluit Lukas een deel van zijn verhaal met een overzicht van de toestand van de Kerk (cf. 2,42-45; 4,32-37; 5,12-14.42; 6,7). De beschrijving wijst ook op de eenheid die bestond tussen de verschillende gemeenten in Israël. Deze vrede blijkt gunstig voor de Kerk.
"In de vreze des Heren" wijst erop dat de vrede geen verslapping in de hand werkte.
"De vertroosting van de heilige Geest" is de factor die de groei van de Kerk bewerkt. Het zijn niet de mensen maar de H. Geest die wasdom geeft aan de Kerk